Wat is het denken? Waarom produceert het denken zoveel gedachten? Wat heeft het denken nodig om te stoppen met piekeren? Dit en meer vragen in dialoog met het denken.

Ik:

Ik wil je leren kennen. Leg eens uit wat je doet en waarom.

Het denken (Het denken wil je gelukkig maken)

Mijn doel is om je gelukkig te maken. Ik doe dat door signalen zoals beelden, geluiden, gevoelens, smaken te analyseren. Ik haal herinneringen op, vergelijk met eerdere ervaringen, fantaseer en droom over een mogelijke toekomst en vervolgens geef ik signalen af zodat je keuzes kunt maken die je gelukkiger maken. Zodat je dat leven kunt leven wat jou voldoening geeft.

Ik:

Dus je wilt me gelukkig maken? Daar merk ik niet altijd iets van. Ik merk dat er soms veel gedachten zijn, soms piekeren, mijmeren en twijfelen. Dat is niet altijd even prettig.

Het denken (Het denken wil dat je luistert)

Ik wil dat je naar me luistert. Daarom herhaal ik de boodschap die ik je te vertellen heb. Dat is wat je piekeren noemt.

Ik:

Ik merk dat ik onrustig wordt van al die gedachten, verdrietig en soms boos en geïrriteerd. Daar wil ik vanaf.

Het denken (Het lichaam en denken zijn een):

Natuurlijk. Lichaam en geest zijn een. Het denken is het lichaam en het lichaam is ook het denken, wij zijn een. Zodra ik gedachten produceer, reageert het lichaam met gevoelens, sensaties of emoties. Zodra het lichaam signalen oppikt, reageer ik met gedachten. Die onrust komt omdat je me niet accepteert en naar me luistert. Zou je me accepteren, dan hoef ik ook niet al die gedachten te produceren en te herhalen.

Ik:

Ik luister wel! Ik ken alle gedachten die je stuurt. Die blijf je immers herhalen. Hoezo zeg je dat ik niet luister?

Het denken (Negeren leidt tot meer gedachten):

Je luistert half, zoals een kind luistert en toch zijn eigen zin doet. Je accepteert me niet. Heel vaak negeer je me of je vecht tegen de gedachten die ik produceer. Maar hoe meer je je best doet om me te negeren, hoe harder ik zal blijven roepen.

Ik:

Oke.........dus als ik luister naar je en de gedachten accepteer die er zijn, dan herhaal je geen gedachten meer en ben je rustig?

Het denken (Accepteer dat er gedachten zijn):

Niet helemaal. Ik sta in contact met het lichaam. Zodra het lichaam signalen oppikt zoals emoties, geluiden, onrust of iets anders, dan geef ik een signaal af. Ik zal altijd signalen af blijven geven. Dat immers wat ik doe. Ik merk op om je te helpen. Echter als je luistert hoef ik de gedachten niet te herhalen. Dat zou voor mij ook heel fijn zijn, dan kan ik eindelijk ontspannen.

Ik: 

Huh? Wil je ook ontspannen? Heb je daar ook behoefte aan?

Het denken (Het denken wil ontspannen)

Natuurlijk, ik wil graag ontspannen. Heerlijk om niets te doen en te zijn.

Ik:

Nou, daar wil ik je wel bij helpen. Wat kan ik doen? Hoe kun jij het beste ontspannen dan?

Het denken (Luister naar het lichaam EN de gedachten)

Het lichaam en de geest zijn een. Je moet dus ook het lichaam accepteren. Ik reageer op het lichaam en het lichaam reageert op mij.Wanneer je echt luistert, sta dan een momentje stil. Dus luister naar je gedachten, maar reageer er niet direct op. Luister naar je lichaam, echter reageer er niet direct op. Accepteer je lichaam en wat je voelt, verzet je er niet tegen. 
Immers wanneer je je verzet, registreer ik dat weer, wat weer leidt tot gedachten. Hoe meer je je verzet, hoe meer gedachten er zullen zijn. Wanneer je de gedachten en ook het lichaam accepteert, zal ik ontspannen.

Ik:

Oke, dus het lichaam en de gedachten accepteren. Dat snap ik. Vertel eens over het lichaam. Er zijn ook momenten dat ik niets voel, terwijl ik toch veel gedachten heb. Hoe werkt dat dan? Hoe kan ik mijn lichaam accepteren?

Het denken (Het denken helpt je bewust te worden wat je voelt en wie je bent)

Ik ben bezig met de toekomst en het verleden. Zoals ik al eerder zei, reageer ik nadat er gevoelens in je lijf zijn geweest. Dat jij er niet bewust van bent, wil niet zeggen dat ze er niet zijn. Blijkbaar heb je op dat moment geen aandacht voor wat je voelt. Dat is precies de reden dat ik er ben. Je kunt aan de gedachten opmerken hoe het met je gaat. Ik help je bewuster te worden van wat je voelt zodat je komt te weten wie je werkelijk bent.

Ik:

Volgens mij voel ik vaak niets, terwijl ik toch veel gedachten heb. Of wanneer ik verlangens opmerk over de toekomst, krijg ik gevoelens van onzekerheid en twijfel of het wel gaat lukken. Gedachten en gevoelens volgen elkaar dan snel op.

Het denken (Het denken is bezig met toekomst of het verleden)

Ik ben bezig met de toekomst en het verleden. Zoals ik als eerder zei, reageer ik op de gevoelens in je lijf, maar ook op andere signalen die er zijn. Dat kan heel snel gaan, zeker wanneer jij niet met aandacht bent.

Het denken (Veel denken betekent dat er iets te voelen is)

Wanneer je veel gedachten hebt dan is er veel te voelen OOK al ben je daar niet van bewust. Je hebt de gedachten niet voor niets. Gedachten zijn signalen om op te letten. Mensen die veel piekeren, hebben ook veel gevoelens, anders zouden ze niet piekeren. Pieker je? Dan zou de vraag moeten zijn, wat wil ik niet voelen?

Ik

Je zegt dat je me gelukkig wilt maken. De twijfel, de verlangens en de irritatie dat bepaalde dingen er op dit moment niet zijn, maken me NU echt niet gelukkig.


Het denken (Denken en ervaren kan niet tegelijk)

Het lichaam en geest zijn een, toch kun je niet beiden tegelijk ervaren. Het is een keuze....of je denkt of je ervaart. Het denken is actief na of voor de ervaring. Ik kan immers pas achteraf de ervaring analyseren. Dus op het moment dat je je bewust bent van de hoeveelheid gedachten, dan zit je met je aandacht in je hoofd en niet in je lijf. Dan ervaar je niet wat er op het moment zelf gebeurt.

Ik:

Dus wat moet ik doen? 

Het denken (Laat de gedachten en gevoelens komen)

Ervaar wat er is. Wees in het nu. In het nu zijn er geen gedachten, dan kan ik lekker rusten. Heerlijk, ik kijk er nu al naar uit. Zo kunnen we elkaar helpen te zijn. Kun je zijn met wat je voelt en ervaart, dan kun je ook zijn met je gedachten. En als er een keer gedachten komen, laat ze komen, vecht er niet tegen. En als er een keer gevoelens zijn, laat ze er zijn.

Ik:

Dat is in de praktijk wel lastig. Ik reageer steeds op wat ik voel.

Het denken: (Het denken kun je trainen)

Ik ben getraind door jou. Ik ben meer dan dertig jaar gewend om te reageren op gevoelens van afwijzing en waardering. Het is aan jou om te luisteren, aanwezig te zijn en op te merken. Elk moment van de dag is een moment van aandacht en een moment dat je mij opnieuw kunt trainen.

Ik:

Ik kan moeilijk de gehele dag luisteren en opmerkzaam zijn. Dan gebeurt er toch niets meer?

Het denken (Het denken is een zintuig, maak het niet belangrijker dan het is)

Dat is een denkfout :). Je kunt luisteren en registreren wat er gebeurt. Als er een gedachte komt, kun je er ook naar luisteren. Het denken is ook een zintuig. Gedachten zijn signalen, net zoals geluiden, of gevoelens of geuren. Je hebt mij te belangrijk gemaakt. Je reageert vanuit automatisme op elke gedachte die er is. Je reageert toch ook niet op elk geluid? Je neemt alleen de tijd. Soms zijn er verschillende signalen en verschillende gedachten. Neem de tijd tot het antwoord van binnenuit komt.